Imprevisto

“Imprevisto” betekent “onverwacht” in het Portugees. “Het is net zoals het leven”, lacht Julio (54). “Je weet nooit wat er komen zal.” Zijn eigen levensverhaal is daar een prachtig voorbeeld van. Julio’s grootouders waren Portugezen die verhuisden naar Guinee-Bissau. Dat is een land in West-Afrika waar de officiële taal Portugees is. “Daar heb ik tot mijn 14^e gewoond. Dan ben ik gaan studeren in Cuba en bij toeval ben ik in België terechtgekomen. Dat is 27 jaar geleden. Dat het leven zo zou lopen, had ik niet verwacht”, vertelt hij.

Loodgieter wordt chef-kok

Julio woont eerst in Brussel en werkt er als loodgieter. In het begin in loondienst, nadien als zelfstandige. “Na 17 jaar had ik er genoeg van. Als ondernemer moet je onderhandelen over prijzen. Dat kan en wil ik niet”, geeft hij toe. “Laat mij maar koken, babbelen met mijn gasten en vooral: mijn eigen ding doen.” Hij treedt daarmee in de voetsporen van zijn grootmoeder. “Zij had een restaurantje in Guinee-Bissau en kon als de beste feijoada maken. Da’s een traditioneel stoofpotje waarvan honderden recepten bestaan, maar geen enkel zo lekker als dat van mijn grootmoeder”, lacht Julio. “Trouwens, in ons gezin waren het altijd vrouwen die de plak zwaaiden: mijn vurige grootmoeder, m’n moeder en haar kleine zusje. Gelukkig zitten er in mijn bloed ook wat pikante pepers.”

Koning van de salsa

Wat begon als een pop-up in de Onze-Lieve-Vrouwestraat, groeide uit tot een volwaardig restaurant eerst in de schaduw van de Sint-Romboutstoren, nu in volle zon op de Bruul. “Ik ben super blij met deze plek. Intussen weten de gasten me te vinden, ook wanneer de winkels gesloten zijn.”

De inrichting verzorgde hij helemaal zelf. Het is er klein, kleurrijk en warm. Je hoort er de koningin van de sodade Cesária Évora en de koning van de salsa Oscar d'León. Je ziet er Afrikaanse maskers, een eerlijke open keuken en je proeft er Portugese en ook Spaanse specialiteiten. Zijn octopus op de grill of picanha steak zijn 2 succesrecepten, zowel voor Julio als voor z’n klanten. “Simpel, maar goed. En daarvoor komen ze speciaal van Brussel en Vilvoorde. Elke week opnieuw.” Als je Julio voor het dilemma stelt: frietjes of paella, kiest hij als een echte Belg. “Liefst met bitterballen en een boulet.” Maar als je hem vraagt te kiezen tussen friet of octopus, lacht hij: “Dan wordt het toch dat laatste.”

Bier van hier

Ook de drankkaart ademt Portugal en Spanje. Niet alleen de wijnen, maar ook zijn gin en het bier komen uit het zuiden. Op één weloverwogen uitzondering na: Gouden Carolus. “Ik ben een trotse Mechelaar, dus vind ik het mijn plicht dat bier op m’n menu te hebben. En zelf ben ik ook fan. Trakteer mij op een Carolus Tripel en ik ben content!”, grinnikt Julio.

De wereld op je bord

De producten waarmee Julio kookt, koopt hij bijna dagelijks in. “Ik wil alles vers maken. Daarom is m’n aanbod klein. Dat maakt dat ik op zondag soms moet sluiten, omdat m’n producten op zijn”, vertelt hij.

En wat met de Afrikaanse keuken, waar z’n roots liggen? “Soms probeer ik te werken met gerechten uit Guinee-Bissau en dan vooral met pindakaas. Of hou ik een Cubaanse avond.” Zo laat hij je proeven van zijn identiteit en legt hij de wereld op je bord. “Of ik experimenteer. Zoals bijvoorbeeld met deze chorizo. Die heb ik gekookt in cider en 1 nacht laten rusten. Da’s nu een echte smaakbom”, vult hij fier aan.

Als marktkramer

Als het geen corona is, staat Julio van april tot september achter zijn kraam. Met Si Eventos vertegenwoordigt hij Portugal op de bekende markt Fiesta Europa. “Koken vind ik leuk, maar events vind ik nog leuker. Je bent elk weekend in een andere stad: van Oostende over Beveren tot Leuven. Da’s een beetje zoals op vakantie gaan.”

Ola!

“Ik ben trots op het feit dat Imprevisto de enige Portugees in Mechelen is en wil die eer hooghouden. Ik ben nu 7 jaar chef en dit wil ik blijven doen, tot aan m’n pensioen. Al weet je natuurlijk niet wat het leven brengt”, lacht hij. Wij weten het wel Julio: verwacht je binnenkort aan een heleboel nieuwe klanten. You had us at “ola”!

Favoriete adresjes?

• “Ik heb 1 plek in Mechelen waar ik het allerallerliefste kom en dat is de Vismarkt. De kleine straatjes, de vissen in de lucht,…. heerlijk! Dan ga ik naar De Wei of naar Bar Popular voor de sfeer en een cocktail.”
• “Ik heb een dakterras waar ik m’n eigen kruiden kweek, maar om me volledig te ontspannen, ga ik naar de echte grote Kruidtuin. ’s Morgens nestel ik me er op een dekentje met een koffie. ’s Avonds, als alles gesloten is kom ik de vos wel eens tegen.”
• “Toen ik in Brussel woonde, vond ik er niets om me te ontspannen. Dus kwam ik met mijn kinderen naar De Nekker per trein. Mijn kinderen gingen ook in Mechelen studeren en ben dan naar hier verhuisd. Mijn Brusselse vrienden verklaarden me toen gek. En nu willen ze allemaal in Mechelen komen wonen. En De Nekker? Die bezoek ik nog regelmatig.”
• “Als ik op café ga, trek ik meestal naar Zapoi. Ik hou er van de aankleding, de mix van leeftijden,… En dan drink ik natuurlijk een Gouden Carolus Tripel of soms een Sint-Bernardus.”
• “Op zaterdag probeer ik naar de Mechelse markt te gaan. Dat is echt een passie van me: markten bezoeken. De geuren opsnuiven. De kleuren bekijken. Vaste halte op mijn tocht is dan Luc Vis. Vroeger ging ik uit en bezocht ik aansluitend de markt. Maar dat is al lang verleden tijd”, lacht Julio.

Mechelen in drie woorden:

levenskwaliteit/ veiligheid/ nabijheid